Aardbeien kweken is een fluitje van een cent. En je hoeft er niet eens een tuin voor te hebben. Je kan eenvoudig aardbeien kweken in een ruime pot of balkonbak.
Aardbeien (Fragaria × ananassa) zijn een van de meest geliefde zomervruchten en gelukkig kun je ze eenvoudig zelf kweken! Of je nu een grote moestuin hebt of slechts een balkon met een paar potten, aardbeien gedijen op verschillende plekken. Door zelf aardbeien te kweken, geniet je niet alleen van de heerlijk zoete smaak, maar heb je ook controle over het groeiproces, zonder chemische bestrijdingsmiddelen.
De locatie is het belangrijkste bij het kweken van aardbeien. De planten groeien het liefst op een zonnige plaats (maar niet in de volle zon), uit de wind, in grond die rul, rijk aan humus en voedingsstoffen en neutraal tot enigszins zuur is. Logisch dat je dit soort optimale omstandigheden niet overal vindt. Maar daar kun je iets aan doen.
Is de grond te licht? Dan kun je hem verbeteren door er veel compost doorheen te mengen en regelmatig te gieten. Is het juist te zwaar? Dan is het raadzaam om er zand aan toe te voegen en de vruchten op verhoogde bedden of in potten (met een goede drainage uiteraard) te kweken – dé methode om natte voeten en wortelrot te voorkomen. Aardbeien kweken wordt een stuk succesvoller als de bodem in orde is.
2. Aardbeienmest
Bij het aardbeien kweken mag je het voeden van de bodem niet vergeten. Speciale (vloeibare) aardbeienmest levert de benodigde voedingsstoffen als de plantjes eenmaal aan de groei zijn.
3. Vruchtwisseling
In de tuin speelt vruchtwisseling een belangrijke rol. Een plek waar het jaar ervoor aardappelen stonden, is niet geschikt om nu aardbeien te kweken. Er zitten misschien nog schimmels in de grond die verwelkingsziekte kunnen veroorzaken. Ook na kool moet je geen aardbeien kweken. Daarnaast is aardbeien kweken na aardbeien is ook al geen goed idee: daar moet een pauze van minstens vier tot vijf jaar tussen zitten. Bonen, erwten, koolrabi en radijzen zijn ideale voorgangers. Bij combinatieteelt zijn groenten van prei tot spinazie en uien goede buren. Ook kruiden als komkommerkruid en bieslook hebben hun waarde bewezen.
4. Kies doordragers
Doordragende rassen zijn het gemakkelijkst, omdat het opkweken van de jonge planten niet zo nauw komt als bij eenmaal dragende rassen. Leuk omdat je er van juni tot oktober van kunt plukken. Ook bosaardbeitjes zijn probleemloos. Het zijn kleine plantjes die veel uitlopers maken en die je daarom ook als bodembedekker kunt gebruiken (op vruchtbare grond kunnen ze zich trouwens wel erg enthousiast uitbreiden!). De vruchtjes zijn klein maar hebben een uitgesproken aardbeienaroma. De plantjes dragen niet erg rijk maar als je de minivruchtjes combineert met gewone aardbeien zal je merken dat ze bijvoorbeeld in jam de aardbeiensmaak versterken.
5. Rijke oogst
Natuurlijk kun je er ook voor kiezen om eenmaal dragende aardbeien te kweken. Die geven in juni/juli één rijke oogst maar produceren daarna alleen nog maar massa’s uitlopers. De échte moestuinfan, die niet opziet tegen een vrij lange opkweek, kan F1- hybriden van aardbeien zaaien.
Goede rassen voor aardbeien kweken:
Doordragers
– ’Ostara’
– ’Selva’
– ’Everest’
– ’Everglade’
– ’Rapella’
Eenmaal dragend
– ’Elsanta’
– ‘Gorella’
– ’Elvira’
– ’Bogota’
6. Aardbeien planten
Als je voor een aardbeienras hebt gekozen en de plantjes hebt aangeschaft, plant je die zo dat de wortels helemaal onder de grond zitten maar de verdikking aan de basis van de plant boven de grond zit. Houd bij het planten van aardbeien als afstand zo’n 50 centimeter tussen de rijen aan en 30 centimeter in de rij . Geef ruim water. Verder moet je alleen nog mulchen, bij droogte water geven, de doordragers om de 3-4 weken aardbeienmest geven en de grond oppervlakkig schoffelen.
Tip: vergeet niet dat vogels net zo dol zijn op aardbeien als wij! Een vogelnet is wellicht een goed idee.
Om je aardbeien te beschermen tegen flinke regenbuien kun je rond de planten een bed van stro aanbrengen. Zo voorkom je dat de aardbeien op de natte bodem liggen en dat er zand opspat. Daardoor gaan ze niet rotten en worden ze niet aangetast door schimmel. Bijkomend voordeel van aardbeien kweken op deze manier is dat onkruid veel minder snel tussen het stro door komt. Nog een voordeel: het stro is lekker zacht voor je knieën als je aardbeien gaat plukken. Waar je in het voorjaar wel mee moet oppassen is nachtvorst. Boven stro vriest het namelijk eerder dan boven zwarte grond.
7. Aardbeien kweken in pot
Zet je de aardbeien ze in een pot? Kies er dan één met een inhoud van minimaal 10 liter en zorg voor voldoende drainagegaten. Gebruik speciale potgrond voor aardbeien of potgrond die kokos bevat, die droogt namelijk minder snel uit. Vul de pot tot 6 centimeter onder de rand voor extra steun aan de bloemstengels, zodat ze minder snel omknikken als er aardbeien aan hangen. Zet drie tot vier planten een beetje schuin langs de rand van de pot. De verdikking aan de basis van de plant moet boven de grond zitten. Vergeet niet regelmatig water en vloeibare mest te geven.
Verras je vrienden of familie eens met heerlijke taart, gemaakt van jouw eigen gekweekte aardbeitjes.
Trekt stro geen slakken aan?
Moet je met de uitlopers gebruiken voor nieuwe planten wachten totdat er wortels aan zijn?
Dank u,zit er aan te denken om een of twee doordragende binnen de winter door te trekken,om te kijken of ze genoeg opleveren.
Zeer goede tips!