Een mooi strak en frisgroen gazon is een lust voor het oog. Vooral in het voorjaar en in de zomer heeft de grasmat veel aandacht nodig. Met onderstaande tips breng je je gazon in topconditie.

1. Bemesten

Het gazon heeft genoeg voedingsstoffen nodig. Als de temperatuur in de lente boven de zes graden uitkomt, begint het gras weer te groeien. Dat is een goed moment om te bemesten. Maai het gras eerst een keertje, want na de winter zitten er vaak onregelmatige plekken in. Wil je ook kalk strooien tegen mos en verzuring, doe dat dan eerst.

Houd je aan de aanwijzingen op de verpakking en geef niet te veel mest, want dat is niet goed voor de grasmat. Het beste moment om mest te strooien is als er regen wordt voorspeld. Regen voorkomt dat het blad verbrandt en het spoelt de kostbare stoffen richting wortels. De eerste mestgift kan in maart. In de zomer heeft het gazon opnieuw voeding nodig.

2. Eerst bekalken, dan bemesten

Als de grond in je tuin aan de zure kant is (zoals vaak bij zandgrond voorkomt), kun je beter eerst kalk strooien. Dat ontmoedigt mosgroei en verbetert de groeiomstandigheden voor het gras. Kalk maakt de grond niet alleen minder zuur, maar zorgt er ook voor dat meststoffen sneller worden afgebroken. Begin dus met bekalken en strooi pas twee weken later gazonmest. Zo komen alle voedingsstoffen straks ook echt aan je grasmat ten goede.

Uitzondering: als je langzaam werkende organische producten gebruikt, zoals zeewierkalk en organische mest, mag je wel op dezelfde dag je gazon bekalken en bemesten.

3. Kale plekken in het gazon

Kale plekken in het gazon kun je gemakkelijk opvullen met wat graszaad. Gebruik hetzelfde mengsel als waarmee de grasmat oorspronkelijk is ingezaaid. Lukt het niet om het juiste mengsel te pakken te krijgen, dan is het handig om zelf een voorraadje gras voor kale plekken achter de hand te houden. Bewaar de stukken die je overhoudt bij het kanten snijden en zet ze in een zaaibak met aarde. Bewaar die buiten en geef indien nodig water. Heeft je gazon een kale plek, dan kun je een stukje gazon van je voorraad gebruiken.

Door regelmatig te maaien stimuleer je de groei van het gras. De grasmat wordt dichter en onkruid krijgt minder kans. Maai in de zomer minstens elke week en in het voor- en najaar ongeveer één keer per twee weken.

4. Niet te kort maaien

Met name in droge zomers is het verstandig het gras niet te kort te maaien. Zo’n vijf tot tien centimeter is een mooie lengte. Langer gras is wat minder gevoelig voor droogte. Is het gras erg lang en wil je het flink korter hebben, stel de maaier dan wekelijks een klein stukje lager af totdat je de gewenste hoogte hebt bereikt. Het gras in één keer flink kortwieken maakt het gazon gevoeliger voor droogte en onkruidgroei.

De meeste mensen hebben hier een hekel aan, maar mooi verzorgde graskanten zorgen ervoor dat je tuin er een stuk beter uitziet. Gebruik een scherpe kantenknipper, eventueel eentje met een lange steel zodat je gewoon rechtop kunt blijven staan. Gras dat in de border groeit, steek je mooi recht af.

5. Zorg dat water goed weg kan

Kan het water niet goed weg? Prik dan met een riek of spitvork gaatjes in het gazon en hark daarna wat grof zand uit over het gazon. Dit bevordert de drainage.

6. Gazon gezond houden

Zitten er wortelonkruiden zoals paardenbloemen in het gazon? Steek deze dan zo diep mogelijk weg. Heb je last van mos of een viltlaag in het gazon? Verticuteer dan grondig – na de eerste maaibeurt – met een verticuteerhark of koop, leen of huur een verticuteermachine.