Wist je dat een mannetjeszwijn ook wel een keiler genoemd wordt en een big een frisling? Dit en meer weetjes over wilde zwijnen lees je hieronder:

1. Jonge wilde zwijnen

4 maanden duurt de draagtijd van een everzwijn. Gemiddeld worden er zeven jongen (frislingen) geboren. De jongen komen kaal ter wereld, maar al na een week hebben ze hun karakteristieke zwartbruine vacht met goudgele strepen. Na zes maanden krijgen ze hun donkere vacht.

Als de temperatuur aan het eind van de winter begint op te lopen, verlaten de frislingen (jonge zwijntjes) voor het eerst het warme nest (ketel) waarin ze geboren zijn. Ze gaan op verkenning in de natuur, die net uit de winterslaap is ontwaakt.

Aan speelkameraadjes hebben de beigebruin gestreepte jongen geen gebrek; in de groep wilde zwijnen of everzwijnen, de rotte genoemd, zijn de jonge dieren ongeveer even oud. In een gezonde rotte zorgt  het oudste geslachtsrijpe vrouwtje, de bagge, ervoor dat de bronst bij alle dieren synchroon verloopt.

Kom je wilde zwijnen tegen, ga er dan niet op af. Gewoonlijk vermijden wilde zwijnen contact met mensen. Als ze in woongebieden verschijnen, mag je de dieren beslist niet voeren. Ze hebben geen honger, maar zoeken gewoon de gemakkelijkste weg om aan voedsel te komen. Normaal gesproken gaan wilde zwijnen altijd op de vlucht, maar een ontmoeting is niet ongevaarlijk – vooral tijdens de bronst of als een bagge frislingen heeft. Blijf zo rustig mogelijk en drijf de dieren niet in het nauw. Het beste is om te blijven staan en vervolgens langzaam achteruit te lopen. Houd honden in gebieden met wilde zwijnen altijd aan de lijn.

Anderen lezen ook:  Het uitmuntende reukvermogen van de hond

wild zwijn

2. Zwaar gewicht

135 kilo kan een mannetje (keiler) in onze contreien worden, maar het gewicht van de dieren verschilt per regio. Zo wegen ze in midden-Italië tussen de 80 en 100 kilo en zijn in Rusland ware reuzen aangetroffen met een gewicht van maar liefst 300 kilo.

In het voorjaar zien de wilde zwijnen er duidelijk slanker uit. Na de winter is niet alleen hun reservespek verdwenen, maar krijgen ze ook een lentekapsel. Wilde zwijnen hebben in de winter een extra dikke vacht, waardoor ze het niet zo snel koud hebben. Zo rond april/mei beginnen ze met het ruien van hun wintervacht. Dan verdwijnen de lange, donkere winterharen en begint ook de dikke, taaie ondervacht uit te vallen. Daarvoor in de plaats komen kortere haren met lichtbruine haarpunten. Zo is het wilde zwijn goed aangepast aan de hogere zomertemperatuur.

Tijdens de lange koude wintermaanden teren wilde zwijnen flink op hun reservespek in. In de lente zijn de meeste vetrolletjes dus goeddeels verdwenen. Zo ziet het dier dat nu door het lentebos struint, er een stuk slanker uit dan tijdens de wintermaanden.

3. Prins Hendrik

1826 is het jaar dat het everzwijn officieel uitstierf in Nederland. In 1907 zette prins Hendrik opnieuw everzwijnen uit in Het Loo. Doordat enkele exemplaren aan het jachtgeweer van de prins wisten te ontsnappen, breidden ze zich weer uit in het wild, eerst op de Veluwe. Ook in Limburg en Oost-Brabant zitten flinke populaties. In Vlaanderen wordt het wild zwijn ook op steeds meer plaatsen gezien. De aantallen lopen in beide landen in de vele duizenden.

Anderen lezen ook:  10x Dieren die vrolijk worden van de herfst

4. Wilde zwijnen zijn alleseters

20 dieren leven er gemiddeld per 1000 hectare, maar de populatie hangt erg af van het aanwezige voedsel. Als er veel voedsel is, worden er meer biggen geboren. Het everzwijn is een alleseter, hun menu varieert van vruchten, wortels en bessen tot wormen en amfibieën. Maar in een goed mastjaar, een jaar waarin bomen en struiken meer vruchten dragen dan gemiddeld, bestaat het dieet voor 70-80 % uit beukennootjes en eikels.

wilde zwijnen

5. Louise

1998 was het jaar waarin Louise stierf. Dit wild zwijn was door de politie in het Duitse Niedersachsen ‘opgeleid’ om drugs en explosieven op te sporen. Niet zo vreemd, want in tegenstelling tot hun zicht hebben ze een enorm goed reukvermogen. Louise verscheen in televisieprogramma’s en wetenschappelijke publicaties en werd wereldberoemd.

6. Derde levensjaar

10 procent van de jongen haalt slechts het derde levensjaar. Veel jonge wilde zwijnen sterven al in hun eerste maanden door onderkoeling. Wie het wel haalt wordt in het wild tussen de acht en tien jaar. In gevangenschap kunnen de dieren echter wel dertig jaar oud worden.

Interessant? Lees hier nog meer weetjes over dieren in de natuur!