Stel je voor: een mand vol vers geplukte, heerlijk geurende peren uit eigen tuin! Het kan alleen maar werkelijkheid worden als je een perenboom plant en wat geduld hebt.

Voor- of najaar
Plant de perenboom in november of in het voorjaar. Op een voedselrijke, losse, warme grond. Zoek een zonnig plekje voor de boom, in de schaduw blijven de vruchten klein en worden ze niet zo lekker.

Kies een boomvorm die bij je tuin past. Heb je veel ruimte? Kies dan voor een half- of hoogstam. Voor een kleine tuin kun je veel beter voor de klein blijvende peer kiezen.

Rassen
Er zijn heel veel verschillende rassen. Om de keuze iets te makkelijker te maken,  hebben we de perenrassen voor je onderverdeeld in vroege en late rassen.

perenoogst----630
Kruisbestuivers
Peren zijn kruisbestuivers. Je moet dus altijd twee bomen in elkaars nabijheid planten, zodat bijen voor de bestuiving kunnen zorgen. Geen plaats voor twee bomen? Plant dan een duoboom:  op de onderstam zijn twee perenrassen geënt, van deze boom pluk je dus na een tijdje twee verschillende soorten peren.

Perenboom planten
De beste planttijd voor peren is de maand november. Op de plaats waar de boom moet komen, zet je een paal op ongeveer 60 cm diep. Aan de noordoostkant daarvan graaf je een groot plantgat, maak de bodem goed los en vermeng de uitgegraven grond met compost. Zet vervolgens de boom in het plantgat op ongeveer 15 cm afstand van de paal; zorg ervoor dat de entplaats circa 15 cm boven de grond blijft. Maak het plantgat dicht, terwijl je af en toe aan de boom schudt. Geef lekker veel water en bind de boomstam met een ruime lus aan de paal, tenslotte bedek je de grond met een mulchlaag van compost.