Oehoes zijn prachtige beesten en ook de jonge dieren mogen er wezen. Is deze pluizenbol niet geweldig? We hebben 11 interessante weetjes over de oehoe voor je verzameld.

1. Na 34 dagen komen oehoes uit het nest

34 dagen duurt het tot de jonge oehoes, gewoonlijk twee à vier per nest, uitkomen. Soms hebben ze bijna 24 uur nodig om zich helemaal van de eierschalen te bevrijden. De vogels worden met witachtige donsveren geboren en hebben na het uitkomen niet voldoende kracht om op eigen poten te staan.

2. Vrouwtjes zijn zwaarder dan de mannetjes

3200 gram, zo zwaar kan een vrouwtje zijn – duidelijk zwaarder dan de mannetjes die kleiner zijn. De oehoe is de grootste uilensoort en wordt daarom ook ‘koning van de nacht’ genoemd.

3. Een oehoe kan zijn kop 270 graden draaien

Daardoor beschikt hij tijdens de jacht over een zeer groot blik- en gehoorveld en hoeft hij zijn lichaam niet te draaien.

Oehoe jongen

4. Veel oehoes overleven hun eerste jaar niet

30 procent kans heeft een jonge oehoe om zijn eerste jaar te overleven. Vossen en marters die het nest plunderen vormen het grootste gevaar. Volwassen oehoes worden eigenlijk alleen door steenarenden aangevallen. Voor alle andere roofvogels is de uil met een vleugelspanwijdte tot 170 cm te weerbaar.

5. Veel potentiële prooien

180 vogelsoorten en 50 zoogdiersoorten behoren tot de potentiële prooi van de oehoe. Hij eet zowel konijnen en eenden als ratten en patrijzen. Op vissen en reptielen jaagt een oehoe zelden. In Nederland toont de oehoe een opvallende voedselvoorkeur voor tragere vogels, ook roofvogels en andere uilensoorten.

Anderen lezen ook:  Pestvogel

6. Een oehoe kan 27 jaar oud worden

27 jaar oud kunnen oehoes in de vrije natuur worden. In een volière ligt de gemiddelde levensverwachting duidelijk hoger: 28-34 jaar. Het record staat op naam van een oehoe waarvan bewezen is dat hij 68 jaar oud werd – een echte Methusalem!

7. 1500 broedparen leven er naar schatting in Duitsland

Dat is bijna de helft van de hele Midden-Europese populatie. Van Duitsland uit is de oehoe aan een spontane migratie naar Nederland begonnen. In de Achterhoek en in Limburg zijn broedparen gemeld. In België broedt de vogel in de Ardennen, met name in verlaten steengroeven.

oehoe

8. 14 ondersoorten

Er zijn 14 ondersoorten van het geslacht Bubo waartoe de oehoe behoort. Ze komen voor van Spanje tot Rusland en China, maar ook in Pakistan en Noord-Afrika.

9. Uilenballen zijn 3,4 centimeter dik

13 cm lang en gemiddeld 3,4 cm dik zijn de braakballen, de zogenaamde uilenballen, die de oehoe uitbraakt om de botten, haren en veren van zijn prooi kwijt te raken. Er zijn uilenballen gevonden die bijna helemaal uit de stekels van een egel bestonden.

10. Groot territorium

40 vierkante kilometer bedraagt de gemiddelde grootte van het territorium waarin een oehoe jaagt. De vogel past zich echter ook aan: er leven bijvoorbeeld ook in een grote stad als Hamburg broedparen!

11. Niet natuurlijke nesten

64 procent van de nesten van oehoes bevindt zich in zogenaamde ‘secundaire broedbiotopen’ die niet op natuurlijke wijze zijn ontstaan. Ideaal zijn bijvoorbeeld verlaten steengroeven of industrieruïnes.